Shirma Rouse: ‘Met gospel zingen nodig je de Heilige Geest uit’

Inhoudsopgave

Tekst: Carina Bergman
Opdrachtgever: Opwekking Magazine
Foto: Slave Bible: Mike Bink Schilderij: Fisk University

In Museum Catharijneconvent in Utrecht is momenteel de tentoonstelling Gospel te zien. In beeld, teksten en vooral muziek maak je kennis met de oorsprong van gospelmuziek en de invloed ervan. Reportage en interview met gospelzangeres Shirma Rouse die als co-curator meewerkte aan de tentoonstelling.

Shirma Rouse (1980) is gospelzangeres. Ze is geboren en opgegroeid op de Antillen en kwam op haar 19e in Nederland wonen. Shirma werkte een aantal jaar als achtergrondzangeres en werd vanaf 2013 bij het grote publiek bekend door haar deelname aan het tv-programma The Voice of Holland. Shirma is betrokken bij diverse gospelevenementen, waaronder het EO-programma Amazing Grace.

Gospel betekent letterlijk ‘goed nieuws’:een positieve christelijke boodschap wordt gecombineerd met een uitvoering die typerend is voor deze muziekstijl. Shirma Rouse: “Gospel wordt in Nederland vaak weggezet als entertainment, maar het is een manier van het goede nieuws brengen. Het kan je geloof en hoop bieden en het is veel meer dan muziek, het is een lifestyle.”

Shirma heeft twee jaar lang meegewerkt als co-curator aan de samenstelling van de tentoonstelling Gospel. Wat betekent gospel voor haarzelf? “Gospel is alles voor mij, het vormt mijn bestaan en mijn roots. En met gospel zingen nodig je de Heilige Geest uit in wat je aan het doen bent, in je leven en in je situatie. Het is heel belangrijk.”

Storefront churches

In de tentoonstelling krijg je als bezoeker veel voorbeelden van gospel te zien en te horen, en ook leer je meer over de ontstaansgeschiedenis. Gospel is in Noord-Amerika ontstaan, in de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw. Afro-Amerikanen in het zuiden van de Verenigde Staten waren in die tijd weliswaar bevrijd uit slavernij, maar werden desondanks als minderwaardig beschouwd en behandeld. Om te ontsnappen aan het racisme, de segregatie en de armoede trokken ze naar het noorden. Daar stichtten ze nieuwe kerken – zogenaamde storefront churches – in leegstaande winkelpanden, waar ze God op hun eigen manier met zang en dans gingen aanbidden.

In de muziekbundel Gospel Pearls werd de benaming ‘gospel’ voor het eerst gebruikt. Het bundeltje bevat achttiende-eeuwse hymnen, spirituals die zijn ontstaan onder tot slaaf gemaakten, en negentiende-eeuwse opwekkingsliederen.
De liederen werden uitgevoerd met elementen zoals vraag-antwoord, ritme en improvisatie die de
gospelmuziek kenmerkt.

Oh Happy Day

Het lied Oh Happy Day is een van de bekendste gospelliederen, zowel binnen als buiten de kerk. Het bezingt de dag dat Jezus met zijn kruisdood onze zonden wegwaste. De tekst is afkomstig uit een hymne uit de 18e eeuw, van de Engelse predikant Philip Doddridge. In de 19e eeuw werd het door een Engelse organist voorzien van een nieuwe melodie en refrein. Het werd vanaf dat moment een veel gezongen lied in kerken in Engeland en Amerik

De Afro-Amerikaanse student Edward Hawkins bewerkte het lied in 1967 en nam het op een single op. Hij hoopte er genoeg geld mee te verdienen om met zijn koor mee te doen aan een gospelwedstrijd. De single sloeg zo sterk aan dat Edwin Hawkins het nummer opnieuw opnam met een groep vrienden en familieleden onder de naam The Edward Hawkins Singers. Oh Happy Day was het eerste gospelnummer dat een grote hit werd binnen en buiten de Verenigde Staten. In Nederland stond het twee weken lang op de eerste plaats in de top 40. Wereldwijd werden er 7 miljoen exemplaren verkocht van de single.

Slavernij

In Nederland maakten we voor het eerst kennis met de voorlopers van de gospelmuziek in 1877. In dat jaar bezochten de Fisk Jubilee Singers ons land tijdens hun wereldtournee. De zanggroep werd in 1871 opgericht om geld in te zamelen voor de noodlijdende Fisk University in Nashville, een universiteit voor voormalig tot slaaf gemaakten. De groep zong spirituals zoals ze in de decennia daarvoor nog gezongen werden op de plantages. Zo raakten de liederen ook bekend buiten de Afro-Amerikaanse gemeenschap.
Het woord Jubilee in de naam verwijst naar het jubeljaar uit het Oude Testament. In het jubeljaar moesten volgens voorschrift alle slaven vrijgelaten worden.

Wie zich verdiept in gospelmuziek kan niet om het slavernijverleden heen. Van de zestiende tot ver in de negentiende eeuw werden miljoenen mensen uit Afrika door onder andere Nederlandse en Britse handelaars als goederen verscheept en gedwongen op plantages te werken. De tot slaaf gemaakte mensen moesten veel achterlaten, maar hun muziek namen ze mee. Afrikaanse muziek, gecombineerd met Engelse hymnes, klinkt door in de spirituals – de liederen die vanaf de 18e eeuw ontstonden op de plantages in het zuiden van de Verenigde Staten.
Uit de spirituals spreekt de hoop dat God hen uit hun slavernij zal bevrijden – na de dood, maar ook in het hier en nu. De liederen werden vaak onder het werk gezongen,
op het ritme van de werkzaamheden – bij het plukken of roeien.

Slave Bible

Een bijzonder object in de tentoonstelling vormt de Slave Bible die door de Britten werd gebruikt om tot slaaf gemaakten op de Caribische eilanden te bekeren. Wereldwijd zijn er nog maar drie exemplaren van over. De Bijbel toont verschillende hiaten – onwelgevallige teksten over bevrijding uit slavernij werden weggelaten. Galaten 1 gaat bijvoorbeeld direct verder met Galaten 5. De tussenliggende hoofdstukken, waarin Paulus onder andere schrijft Er zijn geen Joden of Grieken, slaven of vrijen (…) u bent allen één in Christus (Galaten 3:28) ontbreken.

Shirma Rouse: “Gods Woord werd ingezet om mensen te onderdrukken. Zendelingen mochten het geloof wel brengen, maar onder strikte voorwaarden van de slaveneigenaren. Die wilden dat de boodschap vooral zou gaan over trouw en gehoorzaamheid. Ze zetten het geloof in voor hun eigen doeleinden. Je ziet hier dat slavernij een geestelijke strijd is – hoe kun je anders met zo weinig mensen zoveel slaven onder controle houden? Het is een mindgame.”

Bevrijding

Dat de tot slaaf gemaakte mensen het christelijk geloof – de religie van hun onderdrukkers – aannamen en behielden mag dan ook een wonder heten

Op een video vertelt gospelzangeres Joany Muskiet – wiens voorouders in slavernij leefden – over haar favoriete gospellied Amazing Grace. “Het bezingt de genade en liefde van God. Wij mogen in de bevrijding leven, omdat God zijn eniggeboren Zoon gaf. Ik heb afwijzing en racisme ervaren, maar daarvan ben ik bevrijd. Jezus geeft bevrijding en dat wil ik doorgeven aan mijn kinderen.”

Ook de voorouders van Shirma hadden te maken met slavernij.
“De moeder van mijn overgrootvader was slaaf. Ik heb mijn overgrootvader nog gekend – hij overleed in 1986 op zijn honderdste verjaardag – en daardoor ken ik de verhalen van dichtbij.”
Vormt dat slavernijverleden een wond in haar leven? “Nee, niet voor mij. Het is voor mij een bron van inspiratie om ervoor te gaan. Je verleden is niet je toekomst.” Nederland gaat binnenkort excuses aanbieden voor het slavernijverleden, wat zegt haar dat? “Dat het tijd wordt. Dit zouden ze overal moeten doen, niet alleen in Nederland.” Wat komt er daarna? Is er vergeving? Zijn we dan met elkaar broeders en zusters van hetzelfde huis? “Dat zijn we sowieso, maar niet iedereen gedraagt zich daarnaar.”

Protest

In de tentoonstelling wordt ook aandacht besteed aan de burgerrechtenbeweging van de jaren zestig, in Amerika. Bij ons in Nederland is vooral Martin Luther King bekend als gezicht van die beweging. Gospel vormde een essentieel strijdmiddel. De hele wereld leerde het lied We Shall Overcome kennen als het lied van het geweldloos verzet.

Ook in de Black Lives Matter-beweging speelt muziek een belangrijk rol. Zanger Typhoon vertelt in een video over het hiphoplied Je bent nodig waar hij aan meewerkte: “Dit is voor mij moderne gospel, met veel Bijbelse verwijzingen. Ik heb een drive om de wereld mooier te willen maken en onrecht aan te pakken. Ik weet wat racisme is, ik heb er dagelijks mee te maken. Het gaat mij om de erkenning, om het in het licht te zetten.”

Waymaker

Groot afgedrukt op een banner staat de tekst van het lied Waymaker. De tentoonstellingsmakers schrijven over dit lied van de Nigeriaanse zangeres Sinach: “Het illustreert de globalisering van gospel. Het lied combineert een hedendaagse stijl met de voor gospel typerende boodschap. Sinach liet zich inspireren door Genesis 12 waar God aan Abraham de opdracht geeft om op weg te gaan. In 2020 won Sinach met dit nummer als eerste niet-Amerikaanse gospelzangeres een Dove Award.”

Na de muzikale reis die je als bezoeker van deze tentoonstelling maakt, kun je concluderen dat gospel heel veelzijdig is en op verschillende manier ingezet wordt. “Maar”, stelt Shirma vast, “door de boodschap en de teksten blijft gospel het goede nieuws.” •